Bouwinvest investeert in 132 woningen in Utrechts transformatieproject

Bouwinvest heeft van Rachmaninoffhuis B.V. een voormalig stadskantoor in Utrecht gekocht dat door Heembouw Wonen B.V. zal worden getransformeerd tot 132 appartementen. Het project Rachmaninoffhuis betreft een duurzame transformatie van het stadskantoor tot een woongebouw van hoge kwaliteit. In overleg met de gemeente Utrecht is afgesproken dat 53 appartementen in het middenhuursegment worden verhuurd.

Het Rachmaninoffhuis is gelegen in de groene buurt Welgelegen. Een buurt die in transitie is van kantorenwijk naar woonwijk met directe aansluiting op de aantrekkelijke woonwijk Oog in Al. Dagelijkse voorzieningen liggen in de omgeving en de bereikbaarheid van de locatie is zowel per OV, auto als fiets goed.

Het voormalig stadskantoor wordt getransformeerd naar een woongebouw, waarbij de constructie in stand blijft. De oppervlakte van de woningen ligt tussen circa 50 m² en 100 m² en alle woningen beschikken over ruime privé buitenruimten van circa 9 m².

Rachmaninoffhuis B.V. is onderdeel van Egeria Real Estate Development en is bij de transactie geadviseerd door het Residential Capital Markets team van CBRE. In opdracht van Bouwinvest komt de turn-key realisatie in handen van Heembouw Wonen. De oplevering wordt verwacht voor het derde kwartaal van 2020.

Middenhuur

53 van de 132 appartementen (40%) worden verhuurd in het middensegment met maximale huurprijzen tussen de € 711 en € 950 per maand bij een oppervlakte van 50 m² tot 80 m². “Het project past hiermee uitstekend binnen onze vastgoedstrategie,” aldus Michiel de Bruine, Director Dutch Residential Investments. “We investeren in stedelijke gebieden in Nederland voor de lange termijn. Wij focussen op middenhuur, omdat de vraag naar dit segment de komende decennia groot zal blijven. Dit biedt kansen voor een stabiel rendement op de lange termijn. Zo helpen wij niet alleen in het betaalbaar houden van de woningmarkt, maar dienen we ook het financiële belang van onze klanten, Nederlandse pensioenfondsen.”